Dit is het verhaal van Jan
Jan van ‘t Hek is 29 jaar, komt uit Maarssen, is op zijn 19e naar Amsterdam verhuisd, woont samen met een huisgenoot en werkt inmiddels al een tijdje bij een adviesbureau. Én Jan heeft een angststoornis met dwanggedachten, waarin hij voornamelijk angst heeft om een psychische aandoening te krijgen.
Als kersverse ambassadeur voor Luister Eens vertelt hij over zijn proces vanaf de eerste klachten tot de uiteindelijke acceptatie over zijn mentale gezondheid. Welke stigma’s kwam hij tegen, en hoe kun je ze doorbreken?
“Mijn mentale klachten zeggen weinig over wie ik ben, ze zijn slechts een klein onderdeel van mij.”
Ambassadeur Jan! Wat fijn dat je je gaat inzetten voor Luister Eens. Kun je wat meer vertellen over je ambassadeurschap en waarom je je hebt aangemeld?
Ik heb me in het begin behoorlijk verzet tegen het idee dat ik iemand was met mentale gezondheidsproblemen. Wat dat betreft was ik vroeger een ‘klassieke man’ – als ik het zo mag noemen – waar kwetsbaarheid een zwakte is. Gelukkig heb ik op een gegeven moment de switch gemaakt en geaccepteerd dat dit ook onderdeel van me is. Dat gaat eigenlijk heel goed, en daarom leek het me een fijne volgende stap om ambassadeur te worden voor Luister Eens. Bovendien een mooie kans om het – ook naar mezelf toe – verder te accepteren en omarmen. Het kan voor mannen lastiger zijn om de stap te zetten om over gevoelens te praten. Ik vind het daarom best wel stoer dat ik dit doe, en hoop zo andere mensen te inspireren of te helpen.
Het kan voor mannen lastiger zijn om de stap te zetten om over gevoelens te praten.
Daar zijn we het helemaal mee eens. Je vertelt dat je in het begin moeite hebt gehad met het accepteren van je mentale gezondheidsproblemen, maar op een gegeven moment de switch hebt omgezet. Hoe lukte je dat?
Het heeft denk ik wel twee jaar geduurd voordat ik mijn psychische klachten echt kon accepteren en me er minder tegen ben gaan verzetten. Ook al had ik behoorlijk last van paniekaanvallen. Ik was zo aan het vechten er tegen, ik probeerde mezelf er continu ‘uit te denken’ – in de hoop het probleem op die manier op te lossen. Totdat een vriendin tijdens een etentje tegen mij zei: dat heeft geen zin, die strijd is zinloos. In plaats van alleen maar te denken kwam ik erachter dat ik nu ook echt moest gaan durven voelen. Toen kwam er eigenlijk een nieuw proces waarin ik begreep dat ik er mee moest gaan leren leven, en daar hulp bij nodig had. Een groot stigma is vaak dat mensen denken dat jij er zelf verantwoordelijk voor bent, omdat het lijkt alsof mentale problemen je eigen schuld zijn. En in mijn geval voelde het ook heel erg als falen. Terwijl je met een gebroken been gewoon naar de dokter gaat, is het met psychische klachten meer je eigen probleem. Zo kwam ik ook vast te zitten in mijn eigen gedachtenspiraal – ik heb het zelf veroorzaakt, dan moet ik het toch zelf kunnen oplossen? Inmiddels weet ik steeds beter wie ik ben en begrijp ik dat ik niet mijn gedachten ben, maar dat ze slechts een onderdeel van me zijn. Dat dit acceptatieproces behoorlijk wat tijd kost – mede door de stigma’s die er om heen hangen – is wel echt iets wat ik heb onderschat. Mijn diagnose vond ik eerst ook heel heftig, omdat ik altijd stiekem de hoop had dat het een fase was die vanzelf weer over zou gaan. Tegelijkertijd helpt het ook om er echt mee aan de slag te gaan, en gaat het juist daardoor stukken beter. Soms moet het eerst slechter gaan voordat het beter gaat.
Een groot stigma is vaak dat mensen denken dat jij er zelf verantwoordelijk voor bent, omdat het lijkt alsof mentale problemen je eigen schuld zijn.
Je geeft aan dat een vriendin je wees op je verzet. Kun je goed met je vrienden praten over je mentale klachten?
Ik heb een aantal vrienden met wie ik er eigenlijk niet over praat, en een aantal vrienden met wie ik er wel over praat. Die laatste groep hebben vaak zelf ook dingen in het verleden meegemaakt met hun mentale gezondheid. Het voelt bijna alsof je ook ervaren moet hebben hoe het is om te weten hoe je erover kunt praten. In situaties met anderen voelt het vaak ongepast, een beetje in de categorie: “we hebben het toch gezellig”. Soms is dat ook heel fijn hoor, om vrienden als afleiding te gebruiken, maar het kan ook wel heel leeg voelen. Toen ik voor het eerst klachten kreeg, heb ik er ook echt een moment van gemaakt. Ik zei: “jongens, ik moet jullie wat vertellen”. Niet iedereen zag het aankomen, want ik kom vrolijk over, maar dat is mijn masker. Daarna stuurde gelukkig heel veel mensen me achteraf een berichtje – zelfs mensen die ik niet vaak gesproken had maar wel hetzelfde hadden ervaren. Super lief en attent, en ik waardeer dat altijd. Het liefst kreeg ik dan alleen geen berichtje met “Hoe gaat het?”, want dat is best wel een vervelende vraag als het niet goed met je gaat. Liever iets als “Ik hoorde dat het niet zo goed gaat. Wil je erover vertellen?” Dat voelt veel veiliger, dan kon ik zelf beslissen of ik er open over wilde zijn of niet.
Niet iedereen zag het aankomen, want ik kom vrolijk over, maar dat is mijn masker.
Waren er nog meer mensen in je omgeving die je hebben geholpen tijdens dit proces?
Ik ben veel closer geworden met mijn familie, dat is wel een fijne bijkomstigheid. Mijn ouders waren ook de eerste aan wie ik vertelde over mijn klachten. Zij hebben me verder geholpen, toen ik zelf eigenlijk niet doorhad dat ik niet de goede begeleiding kreeg. Dat is ook iets waarvan ik hoop dat mensen het weten: de juiste psycholoog of psychiater vinden kan een zoektocht zijn. Het is heel belangrijk om dicht bij jezelf daarin te blijven en op je gevoel af te gaan. Omdat mijn vader zag dat ik met iemand anders moest gaan praten, gaf dat een echte doorbraak in mijn proces.
… de juiste psycholoog of psychiater vinden kan een zoektocht zijn.
En inmiddels ben je hier en wie je nu bent. Hoe verder?
Ik vind het zeker nog steeds geen party starter, iets vertellen over mijn mentale gezondheid. Ik heb de afgelopen jaren ook wel wat dingen aan me voorbij laten gaan, omdat ik daar niet aan mee kon of wilde doen. In relaties vind ik het ingewikkeld. Waar in het datingproces vertel je dat je last hebt van mentale klachten? Bij mij hangt het van de date af wanneer ik het vertel, soms vertel ik het wel op een eerste date, soms wat later. Toen ik last kreeg van de klachten heb ik het verteld aan het meisje waar ik toen mee was. Ik had een paar keer afgezegd en kon er niet meer onder uit. Ze zei dat ik altijd zo eerlijk moest zijn als dat ik toen tegen haar ben geweest, omdat het me alleen maar aantrekkelijker maakte. Dat heb ik gelukkig altijd meegenomen!
Klinkt als een heel goed advies! En bij je werkgever?
Ja, dat is ook een lastig onderwerp. Ik startte begin maart 2020 met een nieuwe baan, en ik had behoorlijk veel last van de lockdown periode door covid. En ja, ik vond het ook niet bepaald makkelijk om tegen een nieuwe werkgever te zeggen: “oh by the way ik heb mentale problemen”. Al helemaal niet bij een sollicitatiegesprek. Uiteindelijk moest ik noodgedwongen erover vertellen, en daar was gelukkig wel begrip voor. Maar ja, er moesten ook dingen geregeld worden. Projecten die overgedragen moesten worden, bedrijfsartsen die belden… er werd ook gevraagd: in hoeverre kunnen we op je rekenen? Je bent er nu, maar wie zegt dat je er over een maand niet weer uit ligt?
Op persoonlijk niveau was het wel fijn, maar ik realiseer mij ook dat uiteindelijk het bedrijf moet dealen met z’n eigen ding. Ik denk dat een proactieve werkgever voordelen aan twee kanten oplevert. Want je neemt stress weg bij de werknemer, en haalt zo de druk eraf. Dat zorgt er weer voor dat een werknemer minder snel uitvalt.
Op persoonlijk niveau was het wel fijn, maar ik realiseer mij ook dat uiteindelijk het bedrijf moet dealen met z’n eigen ding.