Dit is het verhaal van Daan
Luister Eens-ambassadeur Daan houdt van festivals, wijn en etentjes met vriendinnen, en werkt in de horeca. Daarnaast is ze net begonnen als stadsambassadeur van Utrecht, en heeft ze borderline.
Hoi Daan. Waarom zet je je in als ambassadeur voor Luister Eens?
Ik heb zelf heel lang gestruggeld met mijn eigen mentale gezondheid. Het gaat nu aardig goed met me, maar ik zou willen dat we als maatschappij betere gesprekken voeren over mentale gezondheid. Dat er meer openheid over ontstaat, zodat het uiteindelijk iets wordt waar niemand zich voor hoeft te schamen.
Ook voor mijn eigen ontwikkeling wil ik mezelf graag kwetsbaar opstellen, om de schaamte bij mezelf nog verder weg te halen. Schaamte is misschien niet helemaal het woord – ik schaam me niet per se meer voor mijn klachten, maar er blijft toch een stigma rondom borderline hangen waar je zelf ook niet aan ontsnapt.
Wanneer begon je last te krijgen van je klachten?
Dat was rond een jaar of 13. Ik voelde me van jongs af aan al vaak heel rot, en rond die leeftijd begon zich dat te uiten als zelfbeschadiging. Rond een jaar of 17 was het een tijdje vrij rustig, maar vanaf de twintig kwam het terug. Toen heb ik voor het eerst hulp gezocht.
De praktijkondersteuner vermoedde dat het om borderline ging, maar dat moet gediagnosticeerd worden door een specialist. Vervolgens heb ik anderhalf, misschien in totaal wel twee jaar moeten wachten totdat ik bij een gespecialiseerde GGZ-kliniek behandeld kon worden. Dat was geen leuke tijd.
Toen ik eenmaal terecht kon, kreeg ik inderdaad die diagnose. Ik vond dat echt pittig. Er hangt zo’n stigma aan borderline. Als je ziet hoe mensen met borderline in sommige films zich gedragen bijvoorbeeld, die worden niet echt lekker neergezet. Toen dacht ik wel: oh god, is dit nu wat ik ben?
In eerste instantie had ik een gevoel van: hier ga ik nooit vanaf komen. Daar heb ik lang, ook tijdens de therapie, om moeten rouwen. Ik moest het leren accepteren. Ik wist toen nog niet wat je kan bereiken met de juiste behandeling, dat je er op den duur goed mee kan leren leven.
Toen de initiele shock was gesetteld gaf de diagnose ook wel rust. Je weet ineens wel wat er aan de hand is, en wat je al die jaren gevoeld hebt heeft ineens een naam. Ik snapte mijn ervaringen wel beter.
Toen de initiele shock was gesetteld gaf de diagnose ook wel rust. Je weet ineens wel wat er aan de hand is, en wat je al die jaren gevoeld hebt heeft ineens een naam.
Vond je het moeilijk om mensen over je diagnose te vertellen?
Het delen van m’n diagnose vond ik niet lastig. Ik had ondertussen hele fijne vrienden waar ik het aan kwijt kon, die waren echt superlief en hebben me toen heel goed opgevangen.
Thuis was dat wel anders. Ik kom niet uit een familie van grote praters. Alles werd thuis een beetje onder het tapijt gestopt. Toen ik het aan mijn moeder vertelde zei ze gewoon: ‘nee, dat is niet waar.’ Sindsdien hebben we het er nooit meer over gehad.
Veel mensen vragen aan je wat het nou precies is, borderline. Als je het dan uitlegt kan het wel heftig klinken, terwijl er ondanks alles toch ook leuke kanten aan zitten. Ik ervaar het niet alleen maar als negatief. Ik beleef mijn emoties heel intens. Waar iemand misschien een vijf voelt zit ik op een tien, en dan blijft het ook langer hangen. Als ik boos of verdrietig ben is dat dus superkut. Maar het gebeurt ook als ik blij ben, en dan is het heel leuk.
Als mensen willen weten hoe het met je gaat, hoe kunnen ze dat het beste vragen?
Als je je druk om me maakt, kom gewoon naar me toe, of stuur me een bericht. Vraag of het gaat en of ik wil praten, zodat ik zelf de keuze kan maken of ik het erover wil hebben. Ook nu, ik struggle nog steeds wel met veel dingen, maar ik wil er niet altijd over praten, want soms zijn die dingen ook gewoon van mij.
Het is fijn als mensen me het gevoel geven van: mocht je willen praten, dan ben ik er voor je. Het is belangrijk voor me om me gehoord te voelen. Om te merken dat er echt naar me wordt geluisterd. Het gevoel hebben dat ik niet raar ben, dat ik niet veroordeeld word om wat ik vertel, dat is misschien nog wel het belangrijkste.
Als mensen zelf ook psychische klachten ervaren hebben is het wel fijn om ervaringen met elkaar te delen. Maar soms proberen mensen die je aanhoren het direct te relateren aan hun eigen ervaringen. ‘Dat lijkt zo erg op iets wat ik heb meegemaakt!’ Nee nee, dit is wel iets anders, haha. Luister nou!
Als je je druk om me maakt, kom gewoon naar me toe, of stuur me een bericht. Vraag of het gaat en of ik wil praten, zodat ik zelf de keuze kan maken of ik het erover wil hebben.
Hoe ga je ermee om op je werk?
Het belemmert me helemaal niet in mijn werk, dus ik heb het er niet automatisch over. Ik werk nu in de horeca, en daar heb ik het op een borrel weleens verteld omdat de sfeer laagdrempelig is, maar ik gooi er niet zomaar zelf een balletje over op als het niet nodig is.
Toen ik begon met therapie heb ik mijn toenmalige baas wel apart genomen, om te zeggen dat ik niet wist wat voor effect het op me zou hebben. Hij had ook wel eens verteld dat hij depressief was geweest en daar veel last van had gehad, dus ik had al een verstandhouding waarin daar ruimte voor was. Dat was heel fijn.
Toen ik begon met therapie heb ik mijn toenmalige baas wel apart genomen, om te zeggen dat ik niet wist wat voor effect het op me zou hebben.
Hoe gaat het momenteel met je?
Waar ik nu sta gaat het goed met me. Me rot voelen is zo lang deel van me geweest dat ik het soms haast mis als het er niet is. Dat is niet missen zoals je een vriend of vriendin kan missen, maar het is wrang genoeg makkelijker om een hekel aan jezelf te hebben als je dat gewend bent.
Ik heb heel veel aan m’n klachten en m’n zelfbeeld gewerkt. Ik heb anderhalf jaar DGT afgerond – dialectische gedragstherapie, speciaal ontwikkeld voor mensen met borderline. Ik vond de diagnose aan het begin zo heftig omdat ik dacht dat ik er voor eeuwig aan vast zou zitten. Maar als je om leert gaan met de gedragspatronen die uit de stoornis voortkomen, verdwijnt het steeds verder naar de achtergrond. Daar doe ik hard m’n best voor.
Me rot voelen is zo lang deel van me geweest dat ik het soms haast mis als het er niet is.