Hoe een gesprek over mentale gezondheid helpt om stigma’s te verminderen.
Je hebt het vast weleens meegemaakt op werk, op een verjaardag of op je opleiding. Je ontmoet een nieuw persoon en je weet gelijk al dat diegene suf is. Dat zie je gewoon. En het lot wil ook nog eens dat je gedwongen wordt om met dit mens om te gaan, omdat je in hetzelfde team wordt geplaatst, of omdat je toevallig tegelijk naar de wc gaat en een geforceerd gesprek moet voeren. Maar dan kom je er langzaamaan achter dat deze persoon zo slecht nog niet is, of eigenlijk best wel leuk. Een vriendschap begint te bloeien.
Waarom vormen we al zo snel een oordeel over andere mensen? En hoe kunnen we die vooroordelen aanpakken?
Self-fulfilling prophecy
Het mechanisme dat ten grondslag ligt aan het snelle oordeel van het voorbeeld hierboven, heet othering of ‘wij-zij’-denken. We zijn geneigd om de verschillen tussen onszelf en de ander te vergroten. Deze manier van denken zorgt voor stigma’s: negatieve (voor)oordelen. Op hun beurt zorgen de stigma’s weer voor een sterkere ervaring van de verschillen tussen ‘wij’ en ‘zij’. Dit is een vicieuze cirkel die zichzelf hardnekkig in stand kan houden.
Arjen Noordhof is klinisch psycholoog aan de Universiteit van Amsterdam en vertelt: ‘het gesprek over mentale problemen en de problemen zelf zijn wederzijds afhankelijk. Als je mensen met een psychose vertelt dat ze een verschrikkelijke stoornis hebben, dan blijft dat ze de rest van hun leven bij. Dat zorgt ervoor dat ze meestal niet goed kunnen functioneren in de maatschappij. Een van de dingen die ze door dit soort uitspraken doen, is zich terugtrekken. En daar wordt een psychose juist erger van. Het is een self-fulfilling prophecy.’
Arjen ziet dezelfde dynamiek bij depressie: ‘Depressie gaat heel vaak over geen contact meer durven zoeken met andere mensen. Als jij je helemaal geïsoleerd voelt en niet durft te praten, dan helpt het niet als er heel veel stigma in de lucht hangt.’
Hoe kunnen we deze vicieuze cirkel doorbreken?
Een gesprek zonder stigma’s
Zoals de meesten van ons ervaren hebben in ons leven, verdwijnt de afstand tussen onszelf en de ander als sneeuw voor de zon wanneer we de ander beter leren kennen. We komen erachter waar iemand zich mee bezighoudt, wat diens gewoontes zijn en welke problemen die ervaart. Maar het ‘leren kennen’ is niet een puur rationeel proces. We bouwen ook een vertrouwensband op en gaan empathie voor elkaar voelen. Het is dus niet genoeg om alleen kennis van de ander te hebben; om echt de muur tussen onszelf en de ander te doorbreken, moeten we dingen met elkaar doen. Dat ‘doen’ kan allerlei vormen aannemen, waarvan de meest eenvoudige een gesprek is.
‘Het maakt wel uit hoe dat gesprek gevoerd wordt,’ zegt Arjen. ‘Het gesprek moet gaan over iemands verhaal in plaats van diens diagnose.’ We proberen de labels en beschrijvingen van een persoon namelijk te vermijden. We willen juist van stigma’s af, want die maken mentale klachten erger middels de self-fulfilling prophecy. ‘Diagnoses horen niet in een gesprek. Die zijn tussen jou en een arts.’
In plaats daarvan zouden we ons moeten afvragen tegen welke dingen iemand aanloopt en waarom die bepaalde keuzes maakt. Arjen: ‘Nog belangrijker dan de inhoud van zo’n gesprek is de voorwaarde van een veilige setting: de gesprekspartners moeten de tijd hebben, mentaal aanwezig zijn en geduld hebben.’
In een gesprek nemen we elkaars gevoel waar door in elkaars ogen te kijken, en onbewust subtiele bewegingen en gedragingen waar te nemen. Op deze manier gaan we ons emotioneel tot elkaar verhouden; je bouwt een band op, een band die de scheiding tussen ‘wij’ en ‘zij’ doorbreekt.
Wandelen om dichter tot elkaar te komen
Marileen Driesprong is ambassadeur voor Luister Eens en had tijdens haar burn-out last van zelfstigma. ‘Degene waar ik het meest last van had, was ikzelf. Ik vertelde mezelf dat ik me niet moest aanstellen, want ik had alles in het leven. Maar ik was hartstikke moe, vergeetachtig, paniekerig en angstig; alles wat bij burn-out hoort.’ Uiteindelijk bleek deze situatie een keerpunt in haar leven: ze ging van het kantoor de natuur in. Nu is ze wandelcoach en helpt ze mensen met lichte mentale klachten. ‘Daar hoor ik bijvoorbeeld dat het bij sommige werkgevers moeilijk is om uit te spreken dat het niet zo lekker gaat.’ Dat is iets wat vaker voorkomt: stigma op de werkvloer. Maar het zou ook ervaren stigma kunnen zijn, waarbij je het gevoel hebt dat je werkgever een bepaald denkbeeld over jou heeft.
Marileen vertel verder over haar wandelcoaching: ‘Tijdens een wandeling stellen mensen zich kwetsbaarder op. Als er een keer een stilte valt is dat niet gek. Zo ontstaat er een open gesprek waar je tot de essentie komt.’ Ze herkent dat zo’n gesprek zelfstigma vermindert. ‘Het is heel helend om gehoord te worden. Gedachten als ‘ik stel me aan, een ander heeft het slechter dan ik, wat stellen mijn problemen nou voor’ krijgen een plek in de wereld en komen los van de persoon.’ In dit soort gesprekken is er de ruimte en de tijd om elkaar te begrijpen. Op die manier brokkelt de scheiding tussen ‘wij’ en ‘zij’ langzaam af en blijken de stigma’s die zich in ons hoofd hebben gevestigd zwakker dan verwacht.