Dit is het verhaal van Lina
Lina (23) woont in Utrecht en is gek op muziek en concerten. Ze studeert culturele antropologie, houdt van fotografie en doet graag leuke dingen met vrienden en familie. Ook is ze op haar 16e gediagnostiseerd met depressie. Als peer educator komt ze in schoolklassen om met jongeren te praten over mentale gezondheid.
Mijn ouders hebben toen zij opgroeiden ook niet met hún ouders gesproken over gevoelens. Ze kunnen mij moeilijk iets geven wat ze zelf niet hebben gekregen.
Hoi Lina! Vertel, waarom wilde je ambassadeur worden voor Luister Eens?
Ik heb veel last gehad van zelfstigma rondom mijn psychische klachten. Ook heb ik nooit voorbeelden gehad, terwijl ik denk dat het mij heel erg had geholpen als ik had geweten dat er anderen zijn die hetzelfde ervaren. Als er ook maar één iemand herkenning vindt in mijn verhaal zou dat al heel mooi zijn.
Op welke manier uiten psychische klachten en zelfstigma zich bij jou?
In de derde klas van de middelbare school begon ik me niet goed te voelen. Ik was somber, onzeker en alles werd heel véél. Terwijl ik erg in mezelf getrokken was, leek iedereen op school juist heel vrolijk. Iedereen was bezig met vrienden maken, vooral in de pauzes. En ik dacht: ik zit ergens heel anders. Ik voelde me een soort alien, heel vervreemd. Ik ging me zo veel terugtrekken dat ik op een gegeven moment bijna niet op school kwam.
Ik ben heel kritisch, en had veel last van het zelfstigma: “waarom heb jij dit, terwijl er niets aan de hand is? Je gaat naar school, hebt qua middelen thuis alles, je ziet je vrienden. Waarom voel je je zo?” Thuis was er niemand waarmee ik er over kon praten, ook doordat de bron thuis lag. Maar er was ook geen ingang, want we praatten niet veel over zulke dingen. Ik denk dat ik daardoor erg in mezelf gekeerd ben gebleven en nooit heb gedacht dat ik mijn gevoelens kon delen met andere mensen die mij kunnen begrijpen. Ik dacht: dit is zo’n persoonlijk gevoel, dat deelt niemand.
Terwijl ik erg in mezelf getrokken was, leek iedereen op school juist heel vrolijk. Ik voelde me een soort alien, heel vervreemd.
Hoe komt het denk je dat jullie thuis niet over gevoelens praten?
Ik kom uit Vietnam, ik weet niet hoe het daar allemaal zit maar mijn moeder zei vaak: “wij praten niet over dat soort dingen”. Ik merk dat er ongemak bij komt kijken. Ik doe nu best veel met het onderwerp mentale gezondheid, onder andere voor mijn werk, en als ik daar met mijn familie over praat merk ik dat ze het niet per se vermijden, maar ze vragen er ook niet op door. Ik denk dat iedereen heel graag wil praten, maar dat we de tools missen: hoe doorbreek je die ongemakkelijkheid?
Had het feit dat je er thuis niet over kon praten ook effect op hoe jij je voelde?
Het maakte het erger denk ik. Het voelde bijna als een soort bevestiging. Zo van: zie je wel, je bent alleen hier alleen in. Er kwam ook een stukje schaamte bij omdat ik het voor mijn gevoel dus niet mocht delen met anderen. Ik vond dit heel moeilijk, omdat ik hierin een stukje erkenning miste dat mijn problemen echt waren. Achteraf denk ik: mijn ouders hebben toen zij opgroeiden ook niet met hún ouders gesproken over gevoelens. Ze kunnen mij moeilijk iets geven wat ze zelf niet hebben gekregen. Dat is nu oké, maar ik had er toen graag over willen praten. Dan kon ik ze vertellen dat een oprechte “hoe gaat het met je” al voldoende was.
“Wij praten niet over dat soort dingen.”
Kon je het er met iemand anders over hebben?
Tijdens mijn schooltijd waren er wel een paar mensen aan wie ik het vertelde, maar het bleef oppervlakkig. Ik had een mentor waar ik het mee besprak, zij checkte af en toe bij me in. Maar dan vertelde ik niet alles. Het was te heftig om zo na de les in een uurtje te vertellen. Maar ik heb wel veel gehad aan dat zij überhaupt zag dat ik iemand nodig had om mee te praten. Pas toen ik in mijn tussenjaren zat kwam het allemaal naar boven, tijdens therapie. Dat was eigenlijk de eerste keer dat ik mijn gevoelens kon erkennen en er met mijn psycholoog over kon praten.
Je bent gediagnostiseerd met depressie – hoe was het om die diagnose te krijgen?
Het voelde als iets wat niet van mij was. Ik weet niet of je een connectie kan ervaren met je label, maar als dat kan, had ik dat zeker niet. Ik denk dat het komt omdat ik het mij onmogelijk kon voorstellen dat iets dat zich zo intens afspeelde in mijn eigen wereld en hoofd, zich ook op vergelijkbare wijze bij een ander kon afspelen. Het voelde eerder alsof het gevoel dat ik had mijn eigen schuld was. Pas later leerde ik dat het niet de standaard hoeft te zijn dat ik mij zo voel en dat ik er met hulp aan kan werken.
Ik kon mij onmogelijk voorstellen dat zoiets intens zich ook bij een ander kon afspelen.
Wat voor beeld hebben mensen bij je diagnose en klopt dat met hoe het voor jou is in de realiteit?
Ik denk dat veel mensen denken dat je je door een depressie constant somber voelt, dat je constant in bed ligt, niks kan doen. Terwijl dat niet zo was bij mij. Ik kon van kleine momentjes genieten, maar voelde me dan bijna schuldig dat ik me af en toe wel fijn voelde. Dan dacht ik: straks denken mensen dat ik me aanstel. Het is eigenlijk gek dat je zo veel bevestiging nodig kan hebben in je gevoel van anderen, van buitenaf.
Als peer educator voor de Mind Young Academy sta je samen met een andere jonge ervaringsdeskundige voor de klas om mentale gezondheid en mentale klachten bespreekbaar te maken. Hoe is dat om te doen?
Heel bijzonder dat ik dat kan doen nu, want een paar jaar geleden had ik dat echt niet gekund. Ik haal er heel veel kracht uit. De dingen die ik meegeef in de klas zijn voor mij ook een herinnering: je hebt veel meegemaakt, als iets niet lukt of als je er even doorheen zit hoef je niet te streng voor jezelf te zijn. Ik vind het nog steeds belangrijk om trots te blijven op de kleine dingen. Dat heb ik zelfs bij zoiets als boodschappen doen. Dan denk ik: ‘te gek dat je dat hebt gedaan’! Dit vertel ik ook in de klas. Ook heb ik veel toffe mensen ontmoet via peer education. Het mooiste is als mensen na de les naar mij toekomen en zeggen: ik herken me in jouw verhaal, hoe ben jij er mee om gegaan? We zijn als peer educators natuurlijk geen hulpverleners, maar ik geef ze dan mee dat het heel knap is dat ze het delen, want daar begint het mee.
Ik voelde me bijna schuldig dat ik me af en toe wel fijn voelde.
Wat merk je aan de jongeren als jullie voor de klas staan? Welke stigma’s kom je tegen in de klas?
Ik merk dat het echt een heel moeilijk onderwerp is voor veel jongeren. Ik heb zelf mensen om mij heen gevonden waarmee ik goed kan praten over mentale gezondheid. Maar als ik voor de klas sta merk ik: mensen praten hier echt niet over. Wat ik vooral terugzie in de klas is het idee dat je het allemaal zelf moet doen en dat het altijd goed moet gaan. Jongeren vinden het moeilijk om kwetsbaar te zijn, en hebben het idee dat ze zwak zijn, of ‘gek’, zodra ze iets delen over hun gevoel. Die standaard, dat het ‘altijd goed moet gaan’, zorgt denk ik voor veel stigma. Zelfstigma, maar ook stigma richting anderen.
Je hebt zelf geleerd om wél te praten over mentale gezondheid en mentale klachten. Wat heeft die openheid jou gebracht?
Ik heb gemerkt hoe fijn het kan zijn dat je er samen over kan praten. Iedereen maakt zijn eigen dingen mee, maar iedereen herkent wel het gevoel van eenzaamheid of het gevoel van: er is iets mis met mij. Een goede vriendin van me heeft onlangs een gedicht geschreven waarin ze over mij zei dat ik “over een kwetsbare vlam van een brandend kaarsje ben blijven waken, om nu een lichtpuntje voor velen te zijn.” Dat was heel mooi om te lezen en aan haar steun heb ik heel veel gehad.Je kan heel veel hebben aan iemand die gewoon even luistert, een arm om je heen slaat. Dat maakt niet dat het in één keer goed is, maar het maakt het wel een stukje lichter.