Rubiën: "Ik was mij lang niet bewust van mijn eigen én mijn culturele identiteit."
Luister hier naar een fragment
Rubiën (55) was vier jaar toen ze met haar familie van Suriname naar Nederland verhuisde. Ze verdiept zich graag in onderwerpen als politiek, geschiedenis, kolonialisme, migratie en mentaal welzijn. Ze gaat naar bijeenkomsten over deze thema’s, organiseert ze zelf, en is moeder van drie kinderen.
Ik heb het altijd lastig gevonden als iemand vraagt: ‘Hoe gaat het met je?’ Want wat bedoelen ze dan: hoe gaat het nu, of hoe ging het het afgelopen jaar? Ik heb mezelf aangeleerd om het gewoon te vragen: ‘Bedoel je nu?’ Dan zeggen mensen heel snel: ‘Ja, nu’. ‘Oh ja, gaat prima,’ zeg ik dan. Maar dat voelt niet als échte interesse. Tegelijkertijd vind ik het zelf ook ingewikkeld om goed te praten over wat zich allemaal in mijn hoofd afspeelt.
Terwijl, als iemand eerlijk tegen mij zegt dat het niet goed gaat, dan wordt mijn interesse direct gewekt. Dan wil ik juist alles weten en begin ik vragen te stellen. Mijn dochter zei laatst zelfs: “Mam, jij vraagt wel heel veel.”
“Mijn moeder, oma en overgrootmoeder waren heel sterke vrouwen, én de verzorgers van het gezin. Ze gingen altijd door, zelfs als het beter was geweest om even stil te staan bij hun eigen welzijn.”
Zeker als het gaat om mijn kinderen zie ik het als mijn taak om goed naar ze te luisteren en voor ze te zorgen. Dit laatste heb ik echt meegekregen vanuit mijn familie. Mijn moeder, oma en overgrootmoeder waren heel sterke vrouwen, én de verzorgers van het gezin. Ze gingen altijd door, zelfs als het beter was geweest om even stil te staan bij hun eigen welzijn.
Pas toen ik in een echtscheiding lag en naast therapie ook coaching kreeg, realiseerde ik me dat ik in dezelfde valkuil was getrapt. Altijd maar doorgaan, altijd de sterke vrouw willen zijn, alleen voor het gezin zorgen en nooit om hulp vragen – zo ben ik niet ‘geprogrammeerd’. Dat gedrag afleren is een proces waar ik nog middenin zit. Vlak voor deze periode kreeg ik de diagnose ADHD en autisme. Dat deed me beseffen hoe dit alles mijn leven, mijn schooltijd, en mijn onvervulde dromen en ambities heeft beïnvloed. Enerzijds voelde die diagnose als een bevestiging van wat ik altijd al vermoedde; anderzijds maakte het me verdrietig. Was mijn leven anders gelopen als ik de juiste hulp had gekregen?
Daarnaast vind ik dat er te weinig naar vrouwen wordt gekeken op een holistische manier, zowel in de medische wereld als in de geestelijke gezondheidszorg en het onderwijs. Mijn autisme en ADHD zijn lange tijd niet als zodanig herkend, er werd gezegd dat ik chronisch depressief was. En ook heeft er nooit een arts of hulpverlener uit de ggz gevraagd of ik in de overgang zat, terwijl dat er bij mij flink heeft ingehakt.
Tijdens een straatactie met Luister Eens sprak ik met scholieren. Ik vroeg wat ze doen om te ontspannen, en hun antwoorden waren simpel: ‘Dan ga ik met mijn hond knuffelen, of lekker op de bank liggen…’ Ik vond dat opvallend, want veel volwassenen liepen door zonder tijd of duidelijk antwoord. Dat zette me aan het denken: wat gebeurt er tussen kindertijd en volwassenheid, waardoor we vergeten hoe we voor onszelf moeten zorgen? Ik denk dat het komt door de constante druk van de maatschappij, werk, en de verwachting om altijd maar door te gaan.
“Mijn therapeut had, net als ik, een Surinaamse achtergrond. Daardoor ontstond er bij mij ruimte om dat deel van mezelf uit een winterslaap te halen.”
Mijn perspectief veranderde toen ik in therapie ging bij een transculturele therapeut. Dat maakte een wereld van verschil! De Nederlandse geestelijke gezondheidszorg is toch heel ‘wit’ en westers. Mijn therapeut had, net als ik, een Surinaamse achtergrond. Daardoor ontstond er bij mij ruimte om dat deel van mezelf uit een winterslaap te halen. We lachten om typische Surinaamse opmerkingen; ik hoefde haar mijn culturele context niet uit te leggen. Dat deed me zo goed.
Een belangrijke plek in mijn herinneringen is de buurt waar we na aankomst in Nederland woonden. Ons eerste huis was in Amsterdam-Oost, op de Christiaan de Wetstraat. Het balkon van ons huis op driehoog keek uit op de speeltuin van mijn kleuterschool. Mijn moeder hield vanaf het balkon – als een echte Surinaamse moeder – in de gaten of we onze kleding niet vies maakten in de zandbak. Mijn zus was heel netjes, maar ik sprong zonder aarzelen de zandbak in.
“In de Surinaamse cultuur wordt vaak gezwegen, waardoor trauma’s van generatie op generatie worden doorgegeven.”
Later leerde ik over de historische betekenis van de buurt waar ik opgroeide, dicht bij het Steve Bikoplein en het Afrikanerplein (Steve Biko was een bekende Zuid-Afrikaanse activist tegen apartheid, red.). Aan de ene kant was ik blij dat ik hier gewoond heb, maar het voelt ook dubbel. Want er is nog steeds racisme en discriminatie, ondanks dat de volksbuurt nu een hippe yuppen-buurt is geworden.
Na mijn echtscheiding ging ik terug naar Suriname. Tijdens die reis ontstond het idee om een bijeenkomst te organiseren voor mensen die geremigreerd zijn. Deze groep had eigenlijk nog nooit echt gepraat over alle emoties die bij migratie en remigratie komen kijken. In de Surinaamse cultuur wordt vaak gezwegen, waardoor trauma’s van generatie op generatie worden doorgegeven. Terug in Nederland heb ik een bijeenkomst georganiseerd voor mensen van kleur met een autisme-diagnose én professionals van kleur die in de geestelijke gezondheidszorg werken. Dat was geweldig.
Het heeft mij enorm geholpen om in mijn eigen geschiedenis te duiken en te onderzoeken hoe ik me heb aangepast aan de verwachtingen van de buitenwereld, en welke invloed familiepatronen op mij hebben gehad. We kunnen zoveel leren als we open naar elkaar zijn.