Niels
Niels (40) houdt van lezen, wandelen en voetballen. Hij heeft psychologie gestudeerd en houdt zich nog steeds veel bezig met het thema mentale gezondheid. Zoekt graag het – soms grimmige – randje op om dit thema met humor bespreekbaar te maken.
Waarom ben je ambassadeur van Luister Eens geworden?
Ik heb veel meegemaakt op het gebied van mentale gezondheid en worstel er nog steeds mee. Dit varieert van dwangneuroses tot ADHD, tot bipolariteit. Ik praat er heel makkelijk over en vind dit belangrijk, omdat het andere mensen kan helpen om hun eigen verhaal te delen of hulp te zoeken.
Als locatie voor de foto’s heb je gekozen voor een begraafplaats. Hoe kom je daarbij?
Het is een plek met een heel bijzondere stemming. Een kunstenaar heeft lange tijd de begraafplaats beheerd. Hij heeft de natuur haar vrije loop gelaten, en maar mondjesmaat ingegrepen om het niet uit de hand te laten lopen. Deze plek roept altijd veel emoties bij me op.
Daarnaast vind ik het belangrijk om het gesprek te voeren over de dood. Ik ben op jonge leeftijd mijn ouders verloren en ik heb regelmatig last van zelfmoordgedachten. Met deze gedachten kan ik gelukkig bij de mensen op mij heen terecht, maar dat geldt niet voor iedereen.
“Het is de grootste misvatting dat een psychische stoornis te maken heeft met omgevingsfactoren.”
Kun je meer over je ervaringen op het gebied van mentale gezondheid vertellen?
Ik heb de laatste vier jaar last van zware depressies. Ik denk vaak: ik wil eigenlijk niet meer leven. Ook al heb ik het in bepaalde opzichten goed. Ik heb vele vrienden, een fijne familie, veel steun én ik heb ook nog wat talent om iets mee te doen. Maar dat soort dingen zijn totaal onbelangrijk, want als je je kut voelt, voel je je kut. Het is de grootste misvatting dat een psychische stoornis te maken heeft met omgevingsfactoren.
Wat doe je als je je slecht voelt?
Ik praat dan met mijn vrienden. En iedereen reageert anders. Ik heb bijvoorbeeld vrienden waarmee ik meer op gevoelsniveau praat. Maar ik heb ook vrienden die veel praktischer zijn. Als ik zo’n vriend vertel dat het slecht gaat, zeggen ze: “Kom, dan gaan we lekker hardlopen.” Ik voel veel steun en begrip van hen. En het is ook wel lekker om niet de hele tijd met iedereen diepgaand te praten. Want het is vaak ook een soort stoom afblazen, je hart luchten. Vaak luistert de ander dan gewoon. Er valt dan niet zo veel te zeggen. En dat hoeft dan ook niet. Je kunt er voor iemand zijn. Dat is het belangrijkste. Beide soorten steun zijn waardevol.
“The mind can’t fix the mind.”
Ik heb een vriendin die zelf ook donkere periodes heeft gehad. Met haar kan ik heel goed praten, ook op spiritueel niveau. Zij zegt altijd: “The mind can’t fix the mind.” Je hebt de neiging om problemen in je hoofd, met je hoofd op te lossen. Maar ik heb soms gewoon rare gedachten, en die gaan niet veranderen door er langer over na te denken.
Als je het niet met je hoofd op kunt lossen, hoe dan wel?
Sinds mijn 18de heb ik al veel te maken gehad met dwangneuroses. Ik was bijvoorbeeld een keer op een meerdaags-festival, toen ik opeens dacht: mijn sok zit niet goed. Daar werd ik dan helemaal gestrest van. Drie dagen lang was ik alleen maar met die sok bezig, en daardoor was mijn hele festival verpest. Het leek er even op dat ik voor de rest van mijn leven met die dwangneuroses zou moeten leven.
“Ik heb geleerd dat je niet je gedachten bent. Dat is iets wat je met meditatie kunt oefenen.”
Maar op een gegeven moment was ik op vakantie in Laos. Op een dag werd ik wakker en voelde ik me supergoed. Plotseling waren al mijn klachten weg. De wereld zag er heel anders uit. Mijn gedachten stonden redelijk stil, dus ik kon alles vanuit mijn gevoel doen, mijn intuïtie. Alles wat ik zag kwam ongefilterd binnen. Mijn ogen stonden helemaal open. Dat was een rare ervaring. Nu, als het goed met me gaat, dan voel ik me op een andere manier goed dan voor mijn ervaring in Laos. Ik heb geleerd dat je niet je gedachten bent. Ik zie dat ook terug in veel spirituele tradities en religies. Dat is iets wat je met meditatie kunt oefenen. Ik weet dat daar een stukje van de oplossing ligt. Maar dat krijg je niet geleerd bij therapie.
Krijg je ook weleens een reactie waar je totaal niet op zit te wachten?
Ik heb maar een keer in mijn leven – 18 jaar geleden – meegemaakt dat iemand depressie onzin vond. Hij zei: “je moet gewoon je zegening tellen, niet zo zeuren.”
Als iemand ziedende pijn heeft in zijn rug, waardoor zijn leven onleefbaar wordt, begrijpen mensen het. En iedereen heeft zich weleens rot gevoeld. Maar depressie, mentale pijn, ligt daar nog zó ver vanaf. Dat kunnen mensen zich eigenlijk niet voorstellen. En dat is oké, dat je dat niet kan. Luisteren is genoeg.
Iemand die ik ken van de sportschool heeft een boek geschreven waar ze haar depressie ‘humeurkanker’ noemt. Dat is heel hard, maar dat is wel goed, omdat het de intensiteit goed aangeeft. Mensen zullen zeggen, “dat mag je niet zeggen, kanker.” Maar daar gaat het dan juist wel om.
Tegelijkertijd denk ik dat het goed is om het onderwerp juist wat luchtiger te maken. Daarom probeer ik met humor over mentale gezondheid te praten.